Early Intervention

Veel kinderen met Downsyndroom hebben een cognitieve en lichamelijke ontwikkelings-achterstand. Met vroege ondersteuning, early intervention, kan de achterstand worden beperkt. In het eerste levensjaar en de daarop volgende jaren moet je kind heel veel leren. Zoals hoofdbalans, omrollen, gaan zitten, staan, lopen, eten, praten, zindelijkheid en nog veel meer. Met early intervention kun je voorkomen dat je kind blijft hangen in een ontwikkelingsfase; en als ouders krijg je steun, aanmoediging en informatie.

We zijn bekend met de methodiek Kleine Stapjes die is ontwikkeld door de Stichting Down Syndroom.

In kleine stapjes wordt aandacht besteed aan de volgende ontwikkelingsgebieden:

1. Communicatie
Het aanleren van taal, in het preverbale (als het kind nog geen woordjes zegt) zowel als in het verbale stadium (als het kind begint te praten). Taal wordt hier gepresenteerd in het kader van sociale interacties en de diverse vaardigheden worden aangeleerd via spel en `alledaagse’ activiteiten.

2. Grove Motoriek
Vaardigheden waarbij gebruik gemaakt wordt van de grote spieren van het lichaam. Deze vaardigheden stellen een kind in staat om te zitten, te kruipen, te lopen, te klimmen, een bal te vangen, te fietsen, enz.

3. Fijne Motoriek
Bij de fijn-motorische vaardigheden wordt gebruik gemaakt van de kleine spieren van de handen en de ogen. Deze vaardigheden bestrijken de gehele ontwikkeling vanaf het eerste grijpen van een baby naar ingewikkelde vaardigheden zoals tekenen en knippen.

4. Receptieve Taal
Bij receptieve taal gaat het om het begrijpen van de taal van anderen. Vaardigheden op dit gebied stellen een kind in staat om te luisteren naar wat anderen zeggen, opdrachten uit te voeren en, het allerbelangrijkste, zelf taal te gebruiken. Hierbij gaat het om vaardigheden in de relaties met anderen, in het samenspelen en in het zelfstandig worden op het gebied van eten, aan- en uitkleden, naar de wc gaan en lichaamsverzorging.

06 43 58 23 73